Op de basis van de gegevens uit het onderzoek, wordt een individueel oefenprogramma voor het kind opgesteld. Het is een programma van bewegingsoefeningen die specifiek zijn toegespitst op de oorzaak van het probleem, en liggen binnen de mogelijkheden van het specifieke kind.

De twee doelen die worden nagestreefd zijn:

  • Het verbeteren van de hersenactiviteit
  • Het verbeteren van het metabolisme
  • De menselijke hersenactiviteit is onder andere afhankelijk van de mate waarin stimulerende impulsen het brein kunnen bereiken. Deze impulsen worden mee opgewekt in sensoren, die voorkomen inde weefsels van spieren, pezen, gewrichtskapsels, huid en evenwichtsorganen.

De oefeningen hebben tot doel deze sensoren te prikkelen, daardoor worden hersengebieden in werking gezet. Door de herhaling van de oefening wordt de hele elektrisch-chemische huishouding in het hoofd gestimuleerd en wordt een betere prikkeloverdracht tot stand gebracht.

Ook voeding is een belangrijk punt van aandacht, omdat alle stoffen die in de hersenen nodig zijn , in de darmen aangemaakt worden. Hiertoe is het nodig dat de voeding soms aangepast wordt om een betere aanmaak van de boodschapperstoffen in de hersenen te garanderen.

Tot slot worden er ook regelmatig didactische adviezen gegeven, dit gebeurt echter pas als het lichaam zover is dat het het oefenen via deze weg ook werkelijk aankan.